SCHAPENDRIJVEN
Het werk waar de Schotse Herdershond oorspronkelijk voor gefokt is, bestaat uit het nauwkeurig sturen van een kudde schapen. Om te bekijken of de hond inderdaad geïnteresseerd is in schapen, krijgt u als opdracht om met de hond aan de riem achter een kudde schapen aan te gaan. Omdat de schapen uiteraard harder kunnen lopen dan u met uw hond aan de riem, betekent het dat de schapen weer een heel eind weg zijn voordat u weer in de buurt kunt komen. Maar zolang de hond achter die dieren aan wil blijven rennen (lopen), zit het wel goed. De volgende stap is dat hij er een keer los achteraan mag rennen. In een rechte lijn lopend krijgt hij ze immers toch niet of niet gauw te pakken.
Na de eerste beginselen volgt het echte werk. Hiertoe heeft de hond een aantal Engelse cq Nederlandse commando’s geleerd, die met de stem of met een fluitje worden gegeven.
Voorlopig leren wij nu eerst drive en de pen. De drive houdt in dat je de hond aan de lijn achter de schapen aanstuurt en net als hij daar lekker mee bezig is, geef je hem het commando af. Hij moet dan in één keer gaan liggen. De pen houdt in dat er een paar schapen in een vierkantje met hekken staan waarbij jij je hond de commando’s linksom en naar rechts leert, zodat hij nu eens de ene en daarna de andere kant om de schapen heen loopt. Dit doe je eerst aan de riem, daarna mag hij het los proberen, en nog weer later in het echt om de kudde heen. Hoe lang deze oefening duurt, is afhankelijk van de intelligentie van de hond. Bij de ene hond valt het kwartje eerder dan bij de andere hond.
De volgende oefening is dat u achter de kudde gaat staan (de 12-uurpositie) en uw hond ligt ervoor af. U roept hem naar u toe en net als hij op de kudde af wil rennen of naar u toe, geeft u weer het commando af. Dat is heel moeilijk, want hij wil natuurlijk achter die dieren aan of direct naar u toe. Maar alles gaat erom dat hij doet als hulpje van de herder doet wat deze laatste wil dat hij doet. De verhouding baas en hond en de rangorde bevestigt u hierdoor. En anders dan bij behendigheid, is dit geen spelletje.
Alle oefeningen vinden plaats op die twee stukken grasland met een stuk of 5 niet al te lastige schapen (liefst geen rammen erbij). Het grappige is dat ook de schapen blijkbaar getraind moeten zijn voor de beginnende hond, anders wordt het hem te moeilijk gemaakt.
Overige commando’s bij schapen drijven zijn
Algemeen: De hond dient goed onder appel te werken. Honden mogen niet te wild zijn of naar de schapen bijten.
– Outrun (inhalen): De hond wordt bij de handler (trainer, herder) vandaan gestuurd met het commando away of toe maar en loopt in een boog tot achter de schapen. Op dat punt wordt de hond vaak down (af) gefloten om te voorkomen dat de schapen te snel vertrekken. De moeilijkheid zit hier vaak in de afstand die de hond neemt ten opzichte van de schapen. Te kort of in een rechte lijn er achter komen, blijkt vaak problemen op te leveren in het hele parcours, daar de schapen dan vaak zo zeer geschrokken zijn dat ze op volle snelheid ervandoor gaan. De hond zal dan opnieuw moeten beginnen met de schapen bijeen te brengen. Daarom is dit een van de moeilijkste onderdelen voor de herdershond. Het kan ook gebeuren dat de hond de outrun te wijd loopt, waardoor hij ze uit het oog verliest. De outrun wordt meestal gebruikt om de schapen weer terug naar de stal te brengen om gecontroleerd te worden.
– Lift (starten, duwtje in de rug): Het moment waarop de hond de schapen in beweging brengt richting herder, wordt de lift genoemd. Hier laat de hond zijn overwicht zien (als schapen niet willen lopen) of zijn beheersing zien (als de schapen schichtig zijn).
– Fetch (meebrengen): Het eerste rechte stuk naar de handler lijkt makkelijk, maar de schapen moeten beheerst gebracht worden.
– Drive (opdrijven): Nadat de schapen bij de handler gebracht zijn, wordt een parcours (driehoek) vervolgd. Dit is de hond moeilijk aan te leren, omdat hij gewend is om de schapen naar de handler toe te brengen en niet ervan af. Als de hond dit eenmaal goed beheerst, kan je de hond de schapen alle kanten op laten sturen, wat erg belangrijk is in dit vak.
– Shed (ver)spreiden): De shedding ring bestaat uit een cirkel van hoopjes zaagsel. Het is de bedoeling om binnen de ring een of meerdere schapen (soms gemerkt door een halsband) van de rest af te scheiden.
– Pen (kooi/hok): De schapen moeten hier in een kleine, door hekken afgezette ruimte worden gedreven. Het lijkt makkelijker dan het is, omdat er geen schapen mogen ontsnappen. Schapen voelen haarfijn aan wanneer ze opgesloten gaan worden en zullen dus vaak uit alle macht proberen om uit de pen te blijven.